De printserver dient als een geldig apparaat op uw TCP/IP-netwerk te worden geconfigureerd. Deze afdrukmethode maakt gebruik van LPR over TCP/IP, niet van het Netware-protocol.
Om NDPS (Novell Distributed Printing Services) te kunnen gebruiken, dient de Novell-server Novell NetWare 5 te gebruiken en dienen de computers (clients) IntranetWare Client V2.2 of hoger uit te voeren.
De volgende procedure is bedoeld om Public Access Printing via NDPS in te schakelen. Public Access Printing staat iedereen op het netwerk toe om de printer te gebruiken.
Een NDPS Manager Object aanmaken
Als er reeds een NDPS Manager Object bestaat, kunt u deze procedure overslaan en verder gaan met Een NDPS Printer Agent aanmaken.
Meld u als Admin op de NetWare 5.0 Server aan en start het NetWare Administrator-programma Nwadmn32.exe.
Selecteer de locatie op NetWare Administrator waarop u het NDPS Manager Object wilt opslaan (bv. TeSupp).
Selecteer Create - Object (Object aanmaken) in het menu om het venster New Object (Nieuw object) te openen.
Selecteer NDPS Manager als het object dat u wilt aanmaken. Vervolgens verschijnt het venster Create NDPS Manager Object (NDPS Manager Object aanmaken) zoals hieronder weergegeven.
Geef een naam op bij NDPS Manager Name (NDPS Managernaam) (bijvoorbeeld SerMGR zoals hierboven weergegeven).
Blader door Resident Server (Plaatselijke server) en selecteer waaraan u het NDPS Manager Object wilt toewijzen (bv. TECH_50.TeSupp, zoals hierboven weergegeven).
Blader door Database Volume (Databasevolume) en selecteer waaraan u de NDPS Manager Database wilt toewijzen (bv. TECH_50_SYS.TeSupp, zoals hierboven weergegeven).
Klik op Create (Aanmaken). De nieuwe NDPS Manager verschijnt nu in het browservenster.
Om de NDPS Manager in de toekomst op te starten, dient u de volgende opdracht op de console in te voeren: LOAD NDPSM.
Selecteer vervolgens het NDPS Manager Object.
Om de NDPS Manager op te starten wanneer u de server start, dient u een gelijksoortige opdracht aan het AUTOEXEC.NCF-bestand van uw server toe te voegen: LOAD NDPSM SerMGR.TeSupp.
Het laatste item is de naam van het NDPS Manager Object dat u wilt laden.
Nadat u een NDPS Manager hebt aangemaakt, kunt u NDPS-printers aanmaken door NetWare Administrator te gebruiken zoals hieronder wordt uitgelegd.
Een NDPS Printer Agent aanmaken
Voer om Public Access Printers aan te maken met het NDPS Manager Object in NetWare Administrator de volgende procedure uit:
Start het NDPS Manager Object dat u gebruikt om de Printer Agent te beheren.
Klik op Printer Agent List (Printeragentlijst) op de pagina Identification (Identificatie).
Klik op New (Nieuw) om het venster Create Printer Agent (Printeragent aanmaken) weer te geven zoals hieronder weergegeven.
Voer bij Printer Agent (PA) Name (Naam printeragent) de gewenste naam in.
Normaal is de NDPS Manager het NDPS Manager Object dat u gebruikt.
Selecteer Novell Printer Gateway bij Gateway Type (Gateway-type).
Klik op OK en selecteer vervolgens de beschikbare printer.
Selecteer Remote (LPR on IP) (Extern (LPR op IP) bij Connection Type (Verbindingstype).
Klik op Next (Volgende) om het venster Configure Port Handler (Poorthandler configureren) weer te geven.
In het veld Host address IP (IP van hostadres) dient u het IP-adres in te voeren dat eerder aan de printserver is toegewezen.
In het veld Printer Name (Printernaam) dient u de logische poortnaam op de printserver in te voeren (L1 voor poort 1, L2 voor poort 2).
Klik op Finish (Voltooien) en selecteer vervolgens de juiste stuurprogramma's voor Windows 98 etc. (indien vereist). De nieuwe Printer Agent verschijnt nu in het venster Printer Agent List (Printeragentlijst).
Herhaal deze procedure voor alle andere poorten op de printserver of voor andere logische printers die u wilt gebruiken. Er kunnen nu client-computers worden geconfigureerd.
