Standaard procedure voor het oplossen van problemen

In deze standaard procedure komen een aantal problemen met het access point aan bod:

  1. Controleer of beide uiteinden van het netsnoer en de Ethernet-kabel juist zijn aangesloten.

  2. Controleer of het stopcontact waarop het access point is aangesloten juist functioneert.

  3. Controleer of het access point stroom krijgt en of de volgende lampjes branden: (voeding, WLAN en LAN).

  4. Start als er problemen met de verbinding zijn het access point opnieuw op door de stekker uit het stopcontact te halen en deze er vervolgens opnieuw in te steken.

  5. Voor draadloze verbindingen:

Voer als u nog steeds problemen met het access point hebt de procedure hieronder uit die het beste met uw probleem overeenkomt.

Installatie en configuratie

Ik gebruik een netwerkapparaat zonder DHCP-server.

Het access point is op een juist functionerend stopcontact aangesloten, maar het voedingslampje brandt niet.

De installatieprocedure wordt niet gestart als ik de installatie-cd van USRobotics in het cd-rom-station plaats.

De Network Device Locator kan het Wireless niet vinden.

SecureEasySetup kan de draadloze client niet configureren.

Ik kan de configuratiepagina's niet openen.

Ik heb een firmware-upgrade uitgevoerd en nu geeft het access point de statuspagina niet meer weer.

Draadloze verbindingen

Het Wireless wordt niet vermeld als ik ernaar zoek met een draadloze client.

Mijn client communiceert niet met het Wireless Ndx Access Point.

Ik kan geen verbinding meer met het internet maken.

Nadat ik de instellingen heb gewijzigd, kan mijn client geen draadloze verbinding met het Wireless tot stand brengen.

Mijn draadloze unicast-verbinding is zeer langzaam als een andere client het access point gebruikt voor multicast-streaming, zoals een videoconferentie of internetradio.

Problemen met de ping-procedure oplossen.

Het access point kan bij gebruik als bridge geen verbinding met andere netwerkapparatuur maken.

Het access point kan bij gebruik als range extender geen verbinding met andere netwerkapparatuur maken.