Als u tijdens de ping-procedure geen antwoordbericht ontvangt over een geslaagde ping, is het adres dat u pingt niet beschikbaar. Controleer het adres in de webinterface en breng de nodige correcties aan. Ga na het aanbrengen van deze correcties verder met de ping-procedure.
127.0.0.1 is het adres van de lokale host en door te pingen controleert u of het TCP/IP-protocol is geïnstalleerd en naar behoren werkt. Als u deze ping niet kunt voltooien, kunt u uw TCP/IP-protocol opnieuw configureren of raadpleeg de documentatie voor uw besturingssysteem voor meer informatie.
Met deze opdracht controleert u of uw PC op verzoeken reageert. Als u deze ping niet kunt voltooien, controleer dan of alle kabels goed zijn aangesloten.
Het standaard gateway-adres is 192.168.123.254. Met deze opdracht controleert u of u een verbinding kunt maken met andere apparaten en met de Broadband Router with USB Print Server. Als u verbinding kunt maken met de router, hebt u toegang tot de webinterface en kunt u de instellingen configureren. Als u deze ping niet kunt voltooien, moet u controleren of de stekker van de router in het stopcontact zit en dat de router goed is aangesloten op uw computer.
Met deze opdracht controleert u of uw router naar behoren werkt en verkeer door laat.
Met deze opdracht kunt u geldige internet-hostnamen omzetten in IP-adressen en controleren of u verbinding hebt met internet.